Topsportsubsidies aan herziening toe

28 November 2021

Topsportsubsidies aan herziening toe

De gemeente Beveren deelt dit jaar opnieuw topsportsubsidies uit. Deze financiële steun is er enkel voor ploegsporten en moet gebruikt worden om te kunnen meedraaien op het hoogste niveau. Net als vorig jaar wordt €280 500 euro verdeeld onder acht clubs. "Het is geen geheim dat we dit eenzijdig systeem dringend moeten herzien", stelt raadslid Stijn De Munck. Het huidige systeem werd gestart in 2010. Hierbij komen individuele sporten en ploegen die in reeksen uitkomen, niet in aanmerking voor subsidies. Dat wil Groen anders zien. Iedere sportclub met een jeugdwerking, individueel of in groepsverband, zou een deel van deze subsidiepot moeten krijgen. Dit bevordert de verdere ontplooiing en gestage groei van ervaring en resultaten. "Met deze steun kunnen alle clubs het trainersniveau versterken en optrekken. Dat komt alles sporters in onze gemeente ten goede", zegt De Munck.  Het topsportfonds heeft na elf jaar duidelijk een herziening nodig. Ook omdat de verschillen te groot zijn. De grootste subsidies zijn er voor voetbalclub Waasland-Beveren (€100 000), volleybalclub Asterix Avo (€98 000) en Basics Melsele (€63 000). Voor de andere clubs gaat het om veel kleinere bedragen. Baseball Beveren Lions, tennisclub TC Beckhand, Atletiek Volharding en voetbalclub Svelta Melsele ontvangen elk €4 500. Voor BMV Beveren Melsele Volleybal is er nog €1 500.  Niet alleen de verschillen zijn groot. Ook de bedoeling van het fonds is onduidelijk. Niet alle dossiers zijn voldoende opgebouwd. Veel clubs leveren wel een gedegen inspanning maar ontvangen minder subsidie. "De grootste subsidie gaat naar een dossiertje van anderhalve pagina met niet één letter verduidelijking over de jeugdwerking. Dit is nochtans een vereiste in het reglement", zegt De Munck. Groen vraagt om de beleidsplannen van de ingediende dossiers beter te screenen en de grote verschillen in toelagen uit te vlakken. De bevoegde schepen beloofde althans om de clubs uit te nodigen en te bevragen naar hun specifieke organisatie van de jeugdwerking.