Plastic Challenge, ook in de Waaslandhaven

04 Maart 2020

Plastic Challenge, ook in de Waaslandhaven

De haven van Antwerpen is de plek voor zowel productie, behandeling als distributie van kleine plastic korrels, ook wel pellets genaamd. Jaarlijks vinden miljoenen polymeren pellets hun weg via de haven naar heel Europa. “Voorkomen dat deze terecht komen in het water of op andere locaties waar ze niet thuis horen, is voortaan een topprioriteit. Ook in de Waaslandhaven”, stelt raadslid Stijn De Munck. Op vraag van De Munck verduidelijkte het gemeentebestuur hoe de samenwerking met het Havenbedrijf in elkaar steekt. Het project ‘Zero Pellet Loss’ past in het groter internationaal programma ‘Operation Clean Sweep’, om zwerfvuil in zeewater te vermijden. Concreet zal wekelijkse monitoring een beter beeld moeten geven van de plaatsen waar er vervuiling optreedt, zodat de oorzaak kan worden aangepakt. Er werden al enkele grote opruimacties gehouden in het Antwerpse havengebied. Verder zal er een incidentenmanager de vervuiling in de gaten houden en zo nodig laten opruimen. In 2019 gingen er installaties van De Vlaamse Waterweg op de Schelde liggen om er plasticafval uit te vissen en het afval tegenhouden voor het in zee komt. De havengemeenschap werkt de laatste jaren naar een minimaal verlies van plastic pellets. Zo zijn er speciale afvoerputten en zeef- en afzuiginstallaties geïnstalleerd en interne procedures uitgewerkt met opleidingsprogramma’s voor medewerkers. “Toch blijft er een verlies en is er impact op de directe omgeving”, zegt de Munck. Daarom vraagt raadslid Stijn De Munck een tandje bij te steken. “Het Verrebroekdok en Doeldok zijn gekende zwarte punten. Ook ter hoogte van de Kallosluis is de vervuiling zeer zichtbaar met een laag drijvende pellets. Verder is een monitoring van de Paardenschor en het Verdronken Land van Saeftinghe zeer belangrijk.  Het zou een ecologische ramp zijn wanneer het grootste brakwaterschor van Europa verontreinigd geraakt met deze pellets. De inzet om ter plaatse op te ruimen en een strengere handhaving dringen zich op”, besluit De Munck.