De Brownestraat: Groen vraagt onderzoek straatnaam
04 Oktober 2020
De figuur van Leopold II is omstreden wegens zijn rol bij de kolonisatie van de voormalige Kongo-Vrijstaat, in Centraal-Afrika en met het protest tegen de gewelddadige dood van de Afro-Amerikaan George Floyd en de zestigste verjaardag van de onafhankelijkheid van Congo zorgde dit her en der voor opstoten van historisch besef. “Toen de Kongo-Vrijstaat nog het persoonlijke wingewest was van Leopold II vonden in het land enorme wreedheden plaats waarbij de bevolking werd uitgebuit, onder dwang werd tewerkgesteld en gemarteld. Het resultaat: wellicht miljoenen doden in 23 jaar. Leopold II handelde niet alleen. Hij werd bijgestaan door kapitaalkrachtige investeerders die mee in het Congoverhaal stapten zoals Alexander de Brown de Tiège”, zegt raadslid Stijn De Munck. Alexandre de Browne de Tiège was een Belgisch bankier en volksvertegenwoordiger en een van de eerder weinig talrijke financiers die de grote risico's aandurfde die de activiteiten van koning Leopold II in Afrika kenmerkten. Hij heeft zijn ganse leven lang vennootschappen opgericht en geleid, waaronder ook in Congo. Tot aan zijn dood was hij de voorzitter van de Société Anversoise du Commerce au Congo. De Anversoise werd door de Brown opgericht in 1892 en bekwam een concessie op zeven miljoen hectare van het privé-domein van Leopold II. Daar kreeg ze carte blanche: de maatschappij had zelf politierechten, kreeg bovendien de steun van de agenten van de Vrijstaat en stond vrij van enig parlementair toezicht. Alle schakels van de Anversoise hielpen met het ‘stimuleren’ van de rubberoogst. De inlandse bevolking werd verplicht tewerk gesteld. Het niet halen van de inzamelquota rond rubber werd lijflijk zwaar bestraft. Ondertussen was de Force Publique verplicht om de hand van hun slachtoffers als bewijs te leveren wanneer ze iemand hadden neergeschoten en vermoord, omdat men dacht dat ze anders de munitie zouden gebruiken voor de jacht. Als gevolg hiervan werden de rubberquota gedeeltelijk in afgehakte handen terugbetaald. De 23 jaar onder het bewind van Leopold II en investeerders worden gekenmerkt door beschuldigingen van moordpartijen, slavernij, ontvoeringen, martelingen, verkrachtingen, onthoofdingen en het afhakken van handen. Deze toestanden werden een berucht internationaal schandaal in het begin van de 20e eeuw. Internationale commissarissen beten zich vast in de zaak en bevestigden in grote lijnen zijn beschuldigingen. Ook de Belgische onderzoekscommissie-Janssens kwam tot bezwarende vaststellingen. Uiteindelijk werd Leopold II onder nationale en internationale druk gedwongen de Vrijstaat over te dragen aan de Belgische staat maar werd echter geen enkel kopstuk verontrust noch veroordeeld of beboet. Terug naar Beveren. Na het verkavelen van de grote tuin van de privéwoonst van Alexander de Brown gelegen aan de Grote Markt te Beveren werd na de Tweede Wereldoorlog hem door het toenmalig CVP-gemeentebestuur een straatnaam gegeven. “Met het geven van een straatnaam eert men de persoon. Gezien de rol die de Anversoise, onder leiding van voorzitter Alexander de Brown, speelde in het ganse financieringsverhaal en de bloedige mede-uitbuiting van de Congo-Vrijstaat moeten we hierover kunnen debatteren en durven veranderen. In onze gemeente kunnen we geen genoegen nemen met verwijzingen naar dit eenzijdig beeld van ons koloniaal verleden”, stelt De Munck. Het is vanzelfsprekend dat heel onze openbare ruimte meer en meer inclusie ademt. Waar dat nu niet het geval is, moet dat veranderen. Er is nood aan een debat over wat te doen met plaatsnamen en standbeelden in de publieke ruimte die verwijzen naar deze periode. Het verleden leeft immers door in het heden en de complexiteit van het verleden heeft ook een impact op huidige generaties in onze samenleving en ook in Beveren. “Een stuurgroep kan de discussie ten gronde voeren: gaan we contextualiseren of gaan we de straatnaam wijzigen? Als de gemeente kiest voor een participatief karakter, met de nodige experts en in een volwassen debat, kunnen we een voorbeeld vormen voor andere gemeente die dezelfde uitdagingen kennen in verband met dekolonisering”, zegt De Munck. “Een gemeentebestuur kan, volgens de laatste richtlijnen van minister Somers, perfect zelfstandig beslissen om indien gewenst straatnamen of standbeelden te verwijderen. Je moet het alleen in gang willen steken”, besluit De Munck. Het gemeentebestuur had er geen oren naar en stemde dit voorstel tot onderzoek weg. Bron foto: Google Maps.